De gegevens van ruim twintig koppels zijn bijeengebracht. Het betreft de data van voeropname, verhouding water/voeropname en de voerconversie. Volgens de hittestressvoorspeller vielen de kalenderweken 21, 22 en 25 van 2017 in de zone van ‘lichte tot matige’ en ‘matig tot zware hittestress’. Geen enkele dag werd de zone ‘zeer hoge hittestress’ voorspeld. Hoewel schaalkwaliteit ook een belangrijk kengetal is bij hittestress kon dit uiteraard op deze korte termijn niet onderzocht worden.
Meest in het oog springend is de gestegen verhouding water/voeropname. Uitschieters tot plus 8 procent zijn waargenomen. Uiteraard waren zulke toenames ook van invloed op de mestkwaliteit. Daarnaast daalde de voeropname met gemiddeld 1,6 procent. Dat de voerconversie eerder daalde is te verklaren door het feit dat de gedaalde voeropname (nog) niet gepaard is gegaan met een verlaagd legpercentage en eigewicht. Daling van deze kengetallen zal zeker plaatsvinden als de hitte langer aanhoudt en/of de status ‘zeer hoge hittestress’ bereikt.
In ieder geval is het belang aangetoond om de hittestressvoorspeller regelmatig te raadplegen en tijdig actie te ondernemen zodat de gevolgen van hittestress beperkt blijven. Internationaal onderzoek bij leghennen toont aan dat de eischaalkwaliteit met 7,2 procent vermindert wanneer hennen worden blootgesteld aan hittestress. Samen met een lagere eiproductie leidt dit bij gemiddeld twee weken hittestress per jaar tot een verlies aan opbrengsten van 80 cent per hen per jaar. Per dertigduizend hennen is het jaarlijkse opbrengstverlies door hitte 24.000 euro.