Hoewel de verschillende bedrijfstakken op het eerste oog niet veel raakvlakken hebben, is dat in de praktijk anders. Met het loonwerk kunnen de ondernemers – naast het werk bij derden - veel land- en oogstwerk zelf uitvoeren voor de vleesveetak. Daarnaast oogsten ze bij melkveehouders in de wijde omgeving het overtollige najaarsgras dat ze zelf inkuilen voor hun vleesvee. Het smakelijke en relatief natte gras -met een hoog eiwitgehalte - past prima in het rantsoen van de 650 stieren en blauwe vaarzen die anderhalf tot bijna twee jaar oud worden.
Ook oogsten de ondernemers gerst als gehele plantsilage (gps) voor hun vleesvee. Het past mooi in het rantsoen en is meteen een perfect rustgewas. Daarover later meer. In de boerderijwinkel heeft het eigen rundvlees een prominente plaats. Aangevuld met groenten en fruit is het vers assortiment aardig compleet. Inwoners uit de wijde omgeving weten de winkel inmiddels te vinden.
Joost en Ruben zijn verantwoordelijk voor het vleesvee, het loonwerk en het grondverzet. Resi en Anne, de echtgenotes van de broers, houden de boerderijwinkel tiptop in orde en doen de verkoop.
De vleesveetak is op te delen in drie onderdelen: het houden van Limousin stieren volgens het Beter Leven-keurmerk, het op contract afmesten van blauwe vaarzen voor de Van Loon Group en de in- en verkoop van stieren. Elk onderdeel is ongeveer even groot en gebeurt in een aparte stal. De blauwe vaarzen en de Beter Leven-Limousins worden gehouden volgens de protocollen van de betreffende vleesconcepten. In de ‘vrije stal’ lopen stieren – Blonde Acquitainen en Belgische Blauwen – die ingekocht en verkocht worden via de handel. “Eigenlijk ligt dat ons het beste”, zegt Joost. “Zelf de in- en verkoop regelen voelt toch het prettigst.”
De stieren krijgen een rantsoen met snijmais, aardappelen, ingekuild najaarsgras, gehele plantsilage van gerst (zolang de voorraad strekt) en maismeel. Het rantsoen wordt aangevuld met een kernbrok (33 procent) van Voergroep Zuid. De groei van de stieren is niet exact bekend. Het gaat de broers dan ook vooral om het leveren van een hoge kwaliteit. De ‘vrije’ stieren gaan naar twee lokale slagers die wekelijks dieren kopen. Alleen de beste kwaliteit is voor de slagers goed genoeg om de strijd met de supermarkten aan te kunnen. Met het rundvlees van de familie Grooten geven ze hier invulling aan.
Om zelf zoveel mogelijk zetmeel te telen voor hun dieren, maken de broers gebruik van het maisras LG Gwendoleen. Met een score van 102 voor zowel drogestofopbrengst, VEM-opbrengst als zetmeelopbrengst bij 35 procent droge stof, is dit ras een voortreffelijke energieleverancier. De broers gaan voor een zo hoog mogelijk zetmeelaandeel in de verse mais. Daarom oogsten ze bij 39 tot 40 procent droge stof. Het natte najaarsgras combineert in het rantsoen heel mooi met de droge mais zodat de voeropname hoog is.
Om de nadelen van het telen van een rustgewas te voorkomen, hebben Joost en Ruben in september 2023 gerst gezaaid en deze op 4 juni 2024 gehakseld als gehele plantsilage (gps). Vervolgens is het perceel binnen drie dagen bemest, geploegd en ingezaaid met een zeer vroeg maisras dat op 15 oktober is geoogst. Ze zijn bijzonder tevreden over het resultaat. Joost: “Gps van gerst is een heel schoon product. Zowel de teelt als de oogst vraagt niet veel werk. Het is dus goedkoop voer dat prima past in een rantsoen voor vleesvee.” Met mais als volgteelt wordt er een zeer hoge opbrengst per hectare gerealiseerd met kwalitatief hoogwaardige voeders. Joost: “Gerst in combinatie met een zeer vroege mais is een ideale combinatie voor een rustjaar.”