Een krappe zwavelvoorziening leidt tot lagere eiwitopbrengsten en een lagere stikstofbenutting. Zwavel heeft namelijk een belangrijke rol bij de eiwitproductie, zowel in dieren als in planten, omdat het een bestanddeel is van de zwavelhoudende aminozuren (methionine en cysteine). Bij herkauwers is het van essentieel belang bij de productie van microbieel eiwit.
Daarnaast is zwavel onder meer een onderdeel van de B-vitaminen thiamine en biotine en van het hormoon insuline. Een zwaveltekort kan zorgen voor een verminderde voeropname en productie als gevolg van verminderde microbiële activiteit in de pens. Andere symptomen die kunnen worden waargenomen zijn een dof haarkleed, ‘speekselen’ en vochtige ogen.
Het advies luidt om in ieder geval op zand- en kleigronden voor de tweede snede zwavelhoudende meststoffen te gebruiken. Via een bemesting kan namelijk gemakkelijk het tekort worden opgeheven. Melkveehouders die zeker willen weten hoe de actuele situatie in hun perceel is, kunnen ook hun vers gras laten onderzoeken. Naast het bepalen van de bemestingsstrategie is dit onderzoek ook te gebruiken om het ideale maaimoment te bepalen en om duidelijkheid te krijgen over wat koeien eten tijdens het weideseizoen.