Is de witte wortel geconstateerd dan bepaalt de draagkracht van de grond wanneer de bemesting kan starten. Structuurschade moet te allen tijde worden voorkomen. Wel is het nemen van een mestmonster aan te bevelen voordat u gaat bemesten. De juiste hoeveelheid mineralen aanvullen en voorkomen dat er tekorten ontstaan (denk aan kali) is essentieel. Wanneer het gras lang de winter is uitgekomen, is het een optie om mest te verdunnen met water. Zo is de mest beter te injecteren in het lange gras en worden de mineralen beter benut. Wel moet er in dit geval voldoende mest uitgereden worden omdat het water de mest verdunt.
Uiteraard is het aan te raden percelen aan te wijzen of ze worden benut voor maaien of beweiden. Op een weideperceel mag 10-15 kuub minder drijfmest uitgereden worden dan op een maaiperceel. Een andere optie is – zeker bij een perceel dat lang uit de winter komt - om geen drijfmest te geven (maar alleen kunstmest) en dit perceel gebruiken om de koeien als eerste in te scharen. Dit geeft en vroege start van het weideseizoen met smakelijk gras.
Met de lagere bemestingsnormen en de mineralenkringloop, is het belangrijk om de drijfmestgist goed te verdelen over het groeiseizoen. Ook in de derde en vierde snede moet er nog een goede en smakelijke weide staan. Met de lange nalevering van drijfmest kan er zo tot ver in het najaar een mooie snede gras groeien.