‘Als Nederlandse varkenshouder moet je een goed verhaal kunnen vertellen’

Te klein voor het tafellaken, te groot voor het servet. Zo zou je de situatie van Kees en Eva Intven kunnen omschrijven. De huidige omvang van vierhonderd zeugen, 2.500 biggen en 2.800 vleesvarkens is prachtig. Toch is het niet groot genoeg om met de ‘grote jongens’ mee te doen. “De hele grote bedrijven kunnen altijd betere prijzen bedingen”, zegt Kees. “Technisch draai ik heel goed, maar financieel kon ik er niet uithalen wat mogelijk was.” Samen met hun bedrijfsadviseurs (Jan Altena van Voergroep Zuid en Erik van der Hijden van Farmadvies) maakten de ondernemers een plan om hun bedrijf sterker te maken. Het Beter Leven-concept kwam hier als beste mogelijkheid naar voren. In 2021 schakelden ze over.

Nederlandse supermarkten

Kees en Eva doen mee aan het één ster Beter Leven-concept. Dieren hebben hierbij meer ruimte, afleidingsmateriaal en mogelijkheden om hun natuurlijke gedrag uit te oefenen. Nederlandse supermarkten mogen alleen vers vlees verkopen als het minimaal aan de voorwaarden van dit concept voldoet. Voor Kees en Eva is dat belangrijk. Ze kunnen aan iedereen uitleggen dat ze vlees maken van een hoge kwaliteit dat in Nederlad wordt verkocht. “We maken geen vlees voor de massa. Aan burgers en consumenten kunnen we uitleggen waarvoor we produceren, en hoe we produceren. Het is voor ons belangrijk dat we als varkenshouders dit verhaal kunnen uitdragen.”

Concreet betekent het Beter Leven-concept voor hen het aanbrengen van speelmateriaal en strokokers in de hokken en 20 procent meer leefruimte voor de vleesvarkens. Daar tegenover staat een extra toeslag op de prijs van de vleesvarkens wanneer ze naar het slachthuis gaan. “Deze eerste stap was redelijk makkelijk te doen”, zegt Kees. “Maar vanaf 1 januari 2025 gelden er strengere eisen.” Zo moeten de dieren kunnen beschikken over natuurlijk daglicht, worden er andere eisen gesteld aan de groepshuisvesting van drachtige zeugen en moeten vleesvarkens gehouden worden in groepen van minimaal twintig dieren.

Kees: “Op de lange termijn is dit concept interessant. De maatschappij kijkt over je schouder mee. Consumenten worden kritischer. Het is belangrijk om onze manier van produceren af te stemmen op de wensen van de maatschappij.”

Toekomstige eisen meenemen

Voor Kees en Eva was het naderen van de bewuste datum een reden om een compleet nieuwe zeugenstal te bouwen. Hierbij houden ze ook rekening met eisen van de Dierenbescherming die pas over enkele jaren gelden, zoals vrijloopkraamhokken voor de zeugen die moeten werpen. Op 25 oktober 2024 werd de stal geopend met een open dag.

Naast varkenshouders uit de verre omtrek, brachten ook veel burgers uit het dorp en de omgeving een bezoek. Ondanks dat er nog geen varkens in de nieuwe stal stonden, konden Kees en Eva goed laten zien hoe de leefomgeving van de dieren er uit ziet en welke technieken er komen kijken bij een moderne varkensstal. De dag leverde hen louter positieve reacties op.

Kees is een ondernemer van orde en planning. Het bedrijf is volledig geautomatiseerd wat betreft voeding en stalklimaat. Via een app heeft hij inzicht in alle technieken. Dit maakt het mogelijk dat Kees het bedrijf in zijn eentje runt. Het werpproces, biggen couperen, spenen, doorschuiven van koppels: Kees doet het allemaal alleen. De looplijnen en hokindeling op het bedrijf zijn perfect ingericht, zodat dit ook mogelijk is. Een spuitrobot verlost hem van het vervelende wekelijkse klusje om de vrijgekomen hokken te reinigen en te ontsmetten.

Vrijdagochtend 11 uur klaar

Zijn strakke planning zorgt er voor dat Kees nu al weet wat hij volgende week dinsdag om 15 uur doet. Vervelend vindt hij dat niet. Zijn werkwijze zorgt er ook voor dat hij vrijdagochtend om 11 uur klaar is met alle werkzaamheden. Het weekendwerk bestaat uit het controleren van de dieren en zorgen dat het rondom het huis netjes in orde is. Want voldoende tijd voor privé is ook belangrijk, weet Kees.

Kees en Eva zijn blij met de weg die ze vier jaar geleden zijn ingeslagen, ondanks dat een deel van zijn collega’s stopt met Beter Leven nu de eisen vanaf 1 januari zijn verzwaard. Kees: “Op de lange termijn is dit concept interessant. De maatschappij kijkt over je schouder mee. Consumenten worden kritischer. Het is belangrijk om onze manier van produceren af te stemmen op de wensen van de maatschappij.”