Het geboortegewicht van een big is van grote invloed op de latere economische waarde van het dier, blijkt uit Amerikaans onderzoek. Weegt een big 1,4 kilo bij geboorte, dan brengt dit dier aan de slachthaak 14 euro meer op dan een big van 1 kilo bij geboorte.
De laatste dertig jaar hebben nieuwe fokkerijtechnieken gezorgd voor een grote genetische vooruitgang wat betreft levend geboren biggen, voortplanting, groeisnelheid, voederconversie en vlees/vetverhouding. Maar in dezelfde periode is er een afname van het gemiddeld geboortegewicht en een toename van het aantal te licht geboren biggen. Dit veroorzaakt meer uitval, een lager speengewicht, minder groei in het vleesvarkenstraject en dus minder winst.
Omdat fokkerij ook heeft gezorgd voor een andere lichaamsbouw met minder rugvet en meer spieren zijn zeugen en biggen minder vitaal. Fokkerijorganisaties zullen daarom ook uiterlijk en de lichaamsbouw van het eindproduct op peil moeten houden, vinden de Amerikanen. De uitval van biggen in de kraamstal – een belangrijk thema in de Nederlandse varkenshouderij – kan hierdoor verbeterd worden.