Twan Engelen is er duidelijk over. “Je moet vleeskuikenouderdieren goed in balans houden. Zowel de hennen als hanen groeien makkelijk maar zijn ze te zwaar dan raap je minder bevruchte eieren. Dat is de uitdaging die wij hier dagelijks met z’n allen aangaan en waarbij voer een belangrijk onderdeel is.” Twan (47) en Jeroen (43) Engelen runnen een opfokbedrijf voor vleeskuikenouderdieren, zes vermeerderings-bedrijven en broedeihandel Angel Eggs waarmee ze jaarlijks ruim 100 miljoen broedeieren exporteren.
Sinds 1962 houdt familie Engelen vleeskuiken-ouderdieren. Twan en Jeroen breiden fors uit. Twan is de handelsman en Jeroen de spin in het web die op de bedrijven overal van op de hoogte is. Diane, vrouw van Twan, zorgt voor werkzaamheden in en rondom het bedrijf. De volgende generatie Luc en Tim, zonen van Twan en Diane, werken al volop mee. Mariëlle, Jeroens vrouw, helpt mee bij Angel Eggs naast de zorg voor hun vier jongere kinderen. “Jeroen en ik hebben ons altijd onbezorgd kunnen focussen op het bedrijf omdat onze echtgenoten thuis alles draaiende houden”, zegt Twan.
Voor een goed saldo moet alles kloppen. “De resultaten van onze Voergroep Zuid koppels zijn bovengemiddeld. De kip staat bij ons centraal. Wij volgen de resultaten van de koppels op de voet. Naast maximaal aantal kwaliteitsbroed-eieren willen we zo veel mogelijk kippen naar de finish, de slachterij brengen. Dat is een financiële en morele prikkel”, zegt Twan.
Om de resultaten te verbeteren is informatie van vorige koppels op hetzelfde bedrijf onmisbaar.
“Elk bedrijf heeft al veel data. Het punt is om die data te verzamelen en om te zetten in informatie”, legt hij uit. De inpakker levert data over het aantal broedeieren en eigewichten. Het aantal dubbeldooiers, breuk en tweede soort wordt ingevoerd. Hengewichten worden automatisch ingelezen vanuit de dierweger. Hanen worden handmatig gewogen en ingevoerd. “Het haangewicht kan bij automatisch wegen een vertekend beeld geven omdat maar een heel klein deel van de hanen gewogen wordt. Dus wij wegen hanen handmatig, dat voorkomt fouten”, aldus Engelen. Hun eigen bedrijven en de bedrijven waar de dieren hun eigendom zijn, leveren aan het einde van de dag alle cijfers aan. “Dat is standaard werkprotocol. Niet elke maandag, maar gewoon elke dag”, legt Twan uit. Twan en Jeroen focussen op zoveel mogelijk broedeieren rapen met zo min mogelijk voer.
‘Resultaten met Voergroep Zuid zijn bovengemiddeld’
Pluimveespecialist Harold Wouters van den Oudenweijer van Voergroep Zuid heeft toegang tot de cijfers van Engelen in het Porphyrio managementprogramma en bezoekt wekelijks bedrijven van Engelen. “Samen met de bedrijfsleiders bekijk ik de resultaten en overleg waar bijsturing nodig is. Ouderdieren mogen, in de 40 weken dat ze in de stal zitten, niet afvallen. Doel is groei met maximaal rendement.” Twan vult aan: “Doel is geen overgewicht, net zoals de mens. Zorgen dat de hennen én hanen in goede conditie blijven. Op het juiste moment schakelen. Dat is Harold wel toevertrouwd.”
Engelen voert beduidend minder dan de adviesvoergift van de fokkerijorganisatie. “Dat doen we op basis van eerder behaalde resultaten, monitoren, kort op de bal spelen en snel schakelen. De deskundige begeleiding is ook bovengemiddeld”, lacht Twan. Bedrijfsleiders weten niets van voerprijzen. Zij zien dagelijks de kippen en schakelen als het nodig is.
Engelen voert op alle bedrijven apart hanenvoer. “Wij zien daar meerwaarde in. Naast wekelijks hanen wegen en voergift aanpassen. Voor een kwaliteitsbroedei moet de haan in topconditie zijn.”
Ontevredenheid over hun eigen afzet was de reden dat Twan en Jeroen in 2012 exportbedrijf Angel Eggs opzetten. „Wij houden van ondernemen. Het risico nemen moet je kunnen en je moet er niet wakker van liggen”, zegt Twan Engelen. Natuurlijk hebben ook zij mindere tijden gekend met handelsbeperkingen vanwege vogelgriep, MH17 ramp etcetera.
Een vermeerderaar heeft zelf de meeste invloed op de kwaliteit van de broedeieren en moet zijn eigen kracht kennen. „Wij nemen van een aantal vermeerderaars de handelsactiviteiten over zodat zij kunnen focussen op de technische resultaten. Samen kunnen we een goede prijs realiseren door efficiënt te werken en tussenschakels uit te schakelen”, zegt de ondernemer.
Iedereen in de wereld wil kwaliteit kopen. “Ons doel is die kwaliteit met zo min mogelijk kosten zo goed mogelijk te vermarkten.” Angel Eggs exporteert broedeieren van de eigen locaties en een aantal gekwalificeerde vermeerderaars. Ze waren de eerste handelaar die broedeieren met pallets ging ophalen en verwerken. „Denken vanuit kwaliteit en een constante stroom broedeieren is onze uitgangsbasis.”
Twan noemt vaak het woord vertrouwen.
„Vertrouwen geven en krijgen, dat werkt zowel richting personeel als klanten”, zegt Twan Engelen. Internet werkt efficiënt en het werken in verschillende tijdzones vraagt flexibiliteit. “Dat is ook een voordeel van een familiebedrijf: korte lijnen, flexibiliteit en mentaliteit.”
Vertrouwen dat heeft Engelen ook in Voergroep Zuid. “Een bedrijf naar mijn hart met een goede mentaliteit. Zeggen wat ze doen en doen wat ze zeggen. Gewoon met boerenverstand.”
Als familie zijn ze geworteld in het Brabantse Someren. “We doen graag zaken met bedrijven uit de buurt, dus ook met Voergroep Zuid. Zij hebben ook belang dat er boeren in dit gebied blijven.” Engelen verwacht dat de coöperaties slim gaan samenwerken in de huidige krimpende mark. Het aantal ouderdieren zal in Nederland ook afnemen. “Kostprijsbeheersing en continuïteit, daar draait het om. Zowel in de primaire sector als voor de voerfabrikant.” Engelen kijkt en vergelijkt veel met andere sectoren; zowel in als buiten de agrarische sector. “Daar kun je veel leren, hoe gaan zij om met hun dilemma’s en wat kunnen wij daarvan leren? Dat heeft mij al veel gebracht. Ook het omgaan met buitenlandse klanten is prachtig. Zij denken anders en dat is ontzettend interessant.”
In de toekomst stijgen de arbeidskosten per opgezette hen. “Het managen van koppels, extra hygiënemaatregelen en kosten om ziekten buiten de deur te houden kost meer tijd. Ook data verzamelen”, zegt de vermeerderaar. Door de genetische vooruitgang zullen de arbeidskosten per broedei niet stijgen. “We hebben te maken met een andere arbeidsmoraal. Gelukkig niet alleen in Nederland. Daar moet je nu al op inspelen en zorgen dat je goed personeel hebt en houdt.”
Het Nederlandse broedei heeft wereldwijd een goede naam. „Die moeten we behouden. Wij doen wereldwijd zaken met mensen die anders denken dan ons. Zij importeren broedeieren omdat ze vermeerdering lastig vinden; vermeerderingsdieren houden is topsport. Alles moet kloppen; dat kunnen wij samen met Voergroep Zuid.”