Iedere dag genieten Frank en Kristel Maes-Schroyen van het werken in de nieuwe stal. De melkrobots zorgen voor rust en veel meer flexibiliteit voor zowel de koeien als de veehouders. Daarmee is er extra tijd beschikbaar om te werken aan de gezondheid en het welzijn van de dieren. Dat doet de koeien goed, zo blijkt wel uit de productiestijging in de afgelopen jaren. Waar de koeien in de oude stal op jaarbasis gemiddeld zo’n 7.500 kg melk produceerden is dit inmiddels gestegen naar 10.150 kg melk.
Naast de twee melkrobots van DeLaval is er ook geïnvesteerd in een mestrobot en een robot die het voer aanschuift. Ook wordt de conditie van de koeien gevolgd via de ‘body condition camera’ op de Delaval-robot. Deze camera registreert elke dag de conditie van de koeien en stuurt op basis van het conditieverloop de krachtvoergift in de melkrobot aan. Voor de warme zomerdagen is de stal voorzien van grote ventilatoren die zorgen voor voldoende luchtverplaatsing en er is geïnvesteerd in een melktaxi om de kalveren van melk te voorzien. Frank: “Automatiseren kost veel geld, maar het levert uiteindelijk nóg meer op. Zowel in de vorm van werkgemak en werkplezier als in de gezondheid en de prestaties van onze koeien. Daar genieten wij iedere dag van. Maar uiteindelijk draait het natuurlijk om het saldo onder aan de streep.”
DNA-test
Frank is er van overtuigd dat je mee moet met nieuwe technologie. “Doe je dat niet, dan wordt het heel lastig om in de melkveehouderij een redelijk inkomen te verdienen.” Voor Frank en Kristel reden om bijvoorbeeld alle vaarskalveren via de DNA-test van CRV te laten beoordelen op hun verwachtingswaarde. Daarmee kunnen zij al heel vroeg selecteren welke dieren wel en welke niet worden opgefokt tot melkkoe. “Minder dieren beter opfokken geeft op de lange termijn een beter rendement”, legt Kristel uit. “We werken op deze manier zo efficiënt mogelijk aan het verbeteren van het genetisch potentieel van onze veestapel.”
Frank Maes: "Eigen voer is goud waard. Met Voergroep Zuid benutten we dit optimaal."
In de oude koeienstal die is omgebouwd tot jongveestal is plaats voor 135 dieren. Door de automatisering is er ook meer tijd vrij gekomen om de opfok van het jongvee verder te optimaliseren. De biest voor de pasgeboren kalveren wordt bijvoorbeeld sinds enkele jaren altijd op kwaliteit beoordeeld. Is deze niet in orde, dan biedt diepvriesbiest uitkomst. Kristel: “Voldoende en goede kwaliteit biest is essentieel voor een goede start van ieder kalf. Daarmee leggen wij de basis voor een succesvolle opfok.” De dieren worden eerst in eenlingboxen en daarna tot een half jaar in strohokken van 5-6 kalveren gehuisvest. Daarna gaat het jongvee over naar ligboxen in combinatie met een roostervloer. Tijdens de opfok wordt het jongvee structureel gemeten en worden de cijfers in groeicurves gezet. “Hiermee houden we goed zicht op de groei van ons jongvee”, zegt Kristel. “Een goede opfok zorgt ervoor dat vaarzen eerder afkalven, beter produceren en uiteindelijk ook langer meegaan.”
Eigen voer goud waard
Het bedrijf van Frank en Kristel telt ongeveer 75 hectare landbouwgrond. “Voldoende om het grootste gedeelte van het basisrantsoen zoals: gras, maïs, voederbieten, wintergerst en wintertarwe zelf te produceren”, legt Frank uit. “Eigen voer is goud waard.” In overleg met Rob Hermanussen van Voergroep Zuid voegen de melkveehouders toe wat er nodig is om het rantsoen compleet te maken. Hierbij staat de gezondheid en de productie van de koeien voorop, direct gevolgd door het zo optimaal mogelijk benutten van alle zelf geproduceerde voerproducten. Kengetallen van de melkmeting uit de robot en de MPR-gegevens laten zien of de voerefficiëntie op orde is. “In samenspraak met Rundveespecialist Rob Hermanussen van Voergroep Zuid gebruiken we al deze informatie om het rantsoen steeds verder te optimaliseren”, legt Frank uit. “Daarbij willen we zoveel mogelijk rendement halen uit de door ons zelf geproduceerde voedermiddelen. De kennis en ervaring van Voergroep Zuid is hierbij heel waardevol.”
Investeren in duurzaamheid
Frank en Kristel vinden het aantal koeien voorlopig voldoende. Met de huidige automatisering is het werk goed rond te zetten en blijft er ook voldoende tijd over voor het gezin. Kristel: “Beide robots zitten nu mooi vol. Daarom focussen we op het verhogen van de gehaltes, zodat onze melkprijs nog wat beter wordt. Daarvoor zijn we bijvoorbeeld voederbieten gaan telen.” De bieten worden bij inkuilen gemengd met Duitse bietenpulp om hier jaarrond van te kunnen voeren. Dit product heeft duidelijk een positief effect op de gehaltes. Jaarrond produceren de koeien nu gemiddeld 10.150 kg melk met 4,53% vet en 3,62% eiwit. “Ook de zelf geteelde gerst en tarwe dragen hier zeker aan bij”, voegt Frank toe.
Frank en Kristel hebben bij al hun investeringen ook rekening gehouden met het verder verduurzamen van hun bedrijf. “Zo hebben we LED-verlichting in de stallen, frequentie gestuurde pompen voor elektriciteitsbesparing en warmte terugwinning”, vertelt Frank. “Ook wordt het koelwater van de melkkoeling opgeslagen en gebruikt als drinkwater. Op deze manier produceren we op een efficiënte en duurzame wijze zuivel. Daar zijn we trots op. Door voorop te blijven lopen in automatisering hopen wij ook onze drie kinderen op termijn de kans te geven om dit bedrijf voort te blijven zetten. Maar voorlopig blijven we zelf met veel plezier aan het roer!”