Het ouderlijk huis van Jan staat een eindje verderop. “Deze grond was van mijn vader. Hij hield koeien en varkens. Ik zag het vijftig jaar geleden niet zitten om zijn bedrijf over te nemen. Een deel van de grond, waar mijn vader niets op verdiende omdat daar niks wilde groeien, heb ik toen gekocht. Dat was een hoge zandbult die ik acht meter diep heb laten afgraven en met de verkoop van het zand wat eruit kwam kon ik mijn park met een aantal dieren starten.”
Al gauw groeide zijn park, wat toen nog uit meerdere locaties bestond, uit tot 1500 dieren waarvan zeker 1200 dieren bestonden uit met name moeras- en watervogels zoals kraanvogels,
‘Naast de alpaca’s, zijn de kangoeroes nu de grootste groep zoogdieren.’
“Naast allerhande watervogels ben ik ook met een klein koppeltje kangoeroes begonnen. Dit park is eigenlijk als een kweekstation opgezet. Vanuit een kweekprogramma worden dieren naar dierentuinen over de gehele wereld geëxporteerd. Ik heb veel gereisd om ter plaatse dieren in hun eigen habitat te observeren en probeer die leefomgeving in ons dierenpark zo goed mogelijk na te bootsen. Een dier moet zich prettig voelen in een bepaalde biotoop, anders fokt het niet”, legt Jan uit.
Kangoeroes zijn hele verdraagzame en sociale dieren, ook ten opzichte van andere dieren. In elke kweekgroep zitten 2 tot 4 mannetjes, al naar gelang de grootte van de groep. De vrouwtjes paren alleen met de sterkste en dominantste mannetjes. Na de bevruchting duurt het 3 weken voordat de foetus via de anus wordt geboren. De moeder likt een paadje schoon van de anus naar haar buidel. Het jong, wat dan nog niet ziet, hoort of ruikt, kruipt instinctief via die weg omhoog. Vervolgens zuigt het zich vast op de tepel in de buidel waar het de eerstvolgende 3 maanden niet vanaf komt. “Vrouwtjes hebben altijd maar 1 jong in de buidel, ze krijgen nooit meerlingen. Afhankelijk van het soort blijft het jong wel 6 tot 11 maanden in de buidel. Hoe kleiner het ras (de Parma kangoeroe bv.) des te korter de vruchtbaarheidsperiode en des te korter de tijd in de buidel. De Rode Reuzenkangoeroe van 2 meter daarentegen houdt het jong tot wel 11 maanden in de buidel.” Hele bijzondere dieren in een prachtig aangelegd park.
In 2012 zette Jan al zijn grond met alles erop te koop. Hij was ziek en dacht op dat moment dat hij de zorg voor de dieren niet meer aankon. “Ik was er behoorlijk slecht aan toe en kwam zelfs in een rolstoel terecht. Dus ik zette het park noodgedwongen te koop, maar door de crisis was een toko als dit niet te verkopen. Uiteindelijk heb ik toen besloten om niet weg te gaan en het aantal dieren af te bouwen. Vooral veel vogelsoorten heb ik verkocht omdat die ook meer werk met zich meebrengen. Van de aanvankelijk 1500 dieren en inmiddels 7 hectare grond, ben ik teruggegaan naar het huidige aantal van 400 dieren op 2,5 hectare land rondom mijn boerderij. Naast de alpaca’s, zijn de kangoeroes nu de grootste groep zoogdieren.
Kangoeroes eten naast het hout wat van de bomen valt bijvoorbeeld ook noten. Lida maakt dagelijks haar rondje door het park en gaat met haar zakken vol walnoten van eigen bodem langs de dieren. De jonkies steken hun kopje uit de buidel in haar zak om de nootjes eruit te snoepen. Andere kangoeroes zijn meer grazers en eten alleen gras. Jonge kangoeroes die uit de buidel zijn gevallen of waarvan de moeder is overleden worden waar mogelijk met de hand grootgebracht. Zij zijn daarna niet meer geschikt als kweekdier omdat ze essentiële instinctieve eigenschappen missen die ze normaalgesproken van hun moeder meekrijgen. Gelukkig is dit aantal per jaar zeer gering en krijgen deze dieren ook een goed onderkomen. "Voor het bulkvoer ben ik al sinds 1971 een trouwe klant van wat toen Isidorus heette en nog altijd is Voergroep Zuid mijn vaste leverancier. Ik ben erg tevreden met Voergroep Zuid en ik wordt altijd vriendelijk te woord gestaan ook als ik vragen heb of een specifiek voerprobleem waar ik zelf niet helemaal uit kom. Ze spelen adequaat in op mijn behoeften en dat is heel prettig."
‘We genieten nog volop van al die prachtige dieren en natuur om ons heen. En dat is waar we het voor doen!’
Op de vraag hoe Jan de toekomst ziet voor zijn dierenpark ’t Laurabos is hij heel duidelijk. “In één woord onzeker! Tijdens de pandemie hebben we helemaal geen bezoekers gehad. Normaalgesproken geven we behoorlijk wat rondleidingen maar ook niet meer dan één groep per dag. Het geeft te veel onrust voor de dieren. Ik vind het wel leuk om te doen maar of we ermee doorgaan weet ik nog niet, het kost ook behoorlijk veel tijd. We hebben wel een aantal dagwerkers die zijdelings wat komen helpen maar geen vaste medewerkers. Bovendien zijn veel rennen nu leeg en deze blijven ook leeg of dienen momenteel als opslag voor hooi of andere spullen. Lida heeft er ook nog steeds lol in en zolang we hier samen zitten blijven we aan het werk, zeven dagen per week.
We genieten nog volop van al die prachtige dieren en natuur om ons heen. En dat is waar we het voor doen!”