Voorkom dat de omgeving van het pluimveebedrijf aantrekkelijk is voor wilde (water)vogels, maar ook voor andere wilde vogels zoals zangvogels en duiven. Deze zijn zelf in tegenstelling tot watervogels meestal geen virusreservoir, maar kunnen wel door wilde watervogels geïnfecteerd worden en zo virus verslepen naar de stal.
Beperk vervolgens het verslepen van virus naar en over het erf. Denk hierbij aan erfverharding, het weren van ongedierte, directe afvoer van potentieel besmet regenwater van erf en dak, weren van honden en katten en hanteren van schone/vuile weg, ook bij eierenverkoop aan huis.
Tot slot moet voorkomen worden dat insleep in de stal plaatsvindt. Met ontsmettingsbakken, hygiëne, wisselen van schoeisel en het voorkomen van opwervelen van virusdeeltjes (bv tijdens maaien van gras waarin mest ligt van wilde vogels). Ook het vragen van garanties over de beperkte blootstelling aan mest van wilde vogels bij de aankoop van ruwvoer en strooisel, behoort tot een goede bedrijfsvoering. Op het eigen erf moeten deze producten uiteraard afgeschermd bewaard worden.
In het kader van bedrijfshygiëne zullen er onaangekondigde IKB-controles plaatsvinden, meldt Ovoned. Avined heeft een online vragenlijst ontwikkeld om kritisch naar uw eigen bedrijfsvoering te kijken.
Klik hier voor de online vragen
Vogelgriep H5N1 uitbraak Frankrijk (Dordogne):
http://www.foodlog.nl/artikel/meer-vogelgriep-h5n1-in-franse-pluimveeregio-dordogne/