Via mest en direct contact worden veel infecties overgedragen. Denk bijvoorbeeld aan para-tbc. Door kalveren niet met oudere dieren in contact te laten komen, worden al veel besmettingsroutes onderbroken. De voorkeur van Van Eerdenburg gaat er naar uit om pasgeboren kalveren in een gereinigde, ontsmette en enkele dagen opgedroogde eenligbox/iglo op te vangen. Na elke ‘bewoning’ moet de ligplaats weer opnieuw gereinigd en ontsmet worden.
Na de individuele huisvesting kunnen de jonge kalveren het best in één strohok verzameld worden tot er een groep ontstaat. De universitair docent adviseert om de kalveren hierna als groep door te schuiven in de verdere opfok. Het verplaatsen van steeds één of enkele kalveren is funest voor het verspreiden van ziekten. Dat heeft niet de voorkeur. Na elke groepsbewoning dient het hok schoon gemaakt te worden, gereinigd en ontsmet. Wanneer het hok droog is kan er weer schoon stro in en de nieuwe kalveren.