Om een antwoord te geven op de vraag wat kunstmest mag kosten, is de sojaprijs leidend. Via een simpele rekensom demonstreerde Mark de Beer wat kunstmest per kilo stikstof mag kosten: “Eén ton soja-48 bevat ongeveer 480 kilogram ruw eiwit, wat neerkomt op 77 kilogram zuivere stikstof. Uitgaande van een prijs van €385,- tot €500,- komt dit met een simpele rekensom neer op €5,- tot €6,50 per kilogram zuivere stikstof. Maar dan is er nog geen rekening gehouden met het verliezen van stikstof.”
“Met de drijfmestgift zet je het bodemleven aan de gang. Daarmee draai je als het ware de thermostaat van de bodem op, waardoor er mineralen vrij komen voor de plant.”
De Beer: “In de benutting door het gewas verliezen we al snel 20% van de stikstof en vervolgens ook nog eens 10% tijdens het inkuil- en conserveringsproces. In totaal ben je dus zo 30% kwijt.” Haal deze 30% van de prijs per kilogram af en je houdt een prijs van €3,50 tot €4,55 per kilogram stikstof over. “Zo zie je maar dat ook bij een hoge kunstmestprijs het onverstandig is hierop te bezuinigen. Goed bemesten, ook al is de kunstmestprijs hoog, dat kan altijd uit!”, adviseert De Beer.
Een combinatie van kunstmest en drijfmest is volgens De Beer het meest effectief. Zodra het 16 februari is en de draagkracht laat het toe, dan kun je volgens hem direct starten met het uitrijden van drijfmest. De Beer: “Met de drijfmestgift zet je het bodemleven aan de gang. Daarmee draai je als het ware de thermostaat van de bodem op, waardoor er mineralen vrij komen voor de plant.”
Maar wanneer is de draagkracht voldoende om te bemesten? Volgens de Beer vraagt dit enige ervaring. “Let hierbij vooral op de afdruk van het bandenspoor. Zolang je alleen de kammen van het wiel ziet en het blijft groen, is er niets aan de hand. Zodra dit donkerder wordt moet je op gaan letten. De kans is groot dat je dan schade rijdt.”
Een ander belangrijk onderdeel bij het uitrijden van drijfmest is vooraf een goede verdeling te maken van de beschikbare mest over het jaar heen. “Breng dus zowel de beschikbare als de benodigde hoeveelheid drijfmest in kaart”, raad De Beer aan. “Pak er een kladblok bij en ga maar eens tellen. Hoeveel mest heb ik zitten? Hoeveel heb ik voor mijn eerste snede nodig? Hoeveel gaat er naar het maisland? Hoeveel voer ik af en hoeveel wordt er geproduceerd?” Door dit goed in kaart te brengen stem je de behoefte van het grasland en de beschikbare mest goed op elkaar af. En je houdt voldoende drijfmest over voor de tweede en derde snede.
Om het rendement van drijfmest nog verder te verbeteren is verdunnen met water een optie. “Naarmate je het aandeel water verhoogt, wordt de stikstofbenutting beter. Dus, hoe meer water, hoe beter”, zegt De Beer. Door de toevoeging van water krijg je volgens de specialist de mest mooier verdeeld in de bodem, waardoor er minder ammoniakverlies is. Zo houd je dus meer stikstof in de bodem over en verhoog je de benutting.
Bij een bemesting met 100% drijfmest behaal je ongeveer een benutting van 50%. Een goede combinatie met kunstmest verbetert deze benutting, maar is relatief duur. “De maximale benutting behaal je als je ongeveer de helft van de stikstof uit kunstmest en de helft uit drijfmest haalt. Dat is écht 1+1=3”, weet de ruwvoerspecialist van Groeikracht, die dit proefondervindelijk heeft vastgesteld.
Kunstmest vult namelijk mooi de tekorten van drijfmest aan. Denk bijvoorbeeld aan kali en zwavel. De Beer: “Met de actuele kunstmestprijzen is het aantrekkelijk om in te zetten op veel drijfmest in de eerste snede, maar je moet ook oppassen dat je niet direct al je kruid verschiet. Zorg dus dat je ook voldoende drijfmest overhoudt voor de tweede snede.”
Met de hoge kunstmestprijzen komen er steeds meer vragen over het gebruik van alternatieve meststoffen zoals bijvoorbeeld mineralenconcentraat of spuiwater van luchtwassers. De Beer: “Natuurlijk is dat het overwegen waard, maar stel wel drie voorwaarden: Ken de samenstelling, ken de werkingscoëfficiënt en ken de toepassingstechniek. Mineralenconcentraat bevat vooral stikstof en kali, waar spuiwater juist een hoog zwavelgehalte heeft. Door de vaak zeer hoge waardes, is het niet raadzaam om kunstmest volledig te vervangen door deze alternatieve meststoffen.”
Heb jij het webinar gemist?