Snijmaiskuilen met veel bestendig zetmeel verliezen in relatief korte tijd veel van deze bestendigheid. Dat blijkt uit onderzoek van Eurofins Agro. Voor het eerst staat op de uitslagen van Eurofins agro het analyseverslag Penskarakter Snijmais. Met dit hulpmiddel kunnen melkveehouders bepalen hoe het ruwvoer zich in de pens van de koe zal gedragen.
Niet alleen het bestendige zetmeel loopt terug in het seizoen, maar ook de totale hoeveelheid zetmeel en de energiewaarden. Het was in de praktijk wel bekend dat snijmaiskuilen veranderen, alleen verloren sommige maiskuilen méér bestendigheid en bleven anderen praktisch gelijk. Nu is duidelijk dat snijmaiskuilen die met véél bestendig zetmeel beginnen ook in een relatief korte tijd veel van deze bestendigheid verliezen. Van de buffering van snijmais in rantsoenen in de wintermaanden is vaak in de zomer niet veel meer te merken.
In zomer andere mais
In de proef verloren de maiskuilen gemiddeld 27 VEM. Er zitten uitschieters tussen die tot 50 VEM verloren in een jaar tijd. Dit maakt dat de mais die gevoerd wordt in de zomermaanden compleet anders is dan de mais die in het begin van het seizoen gevoerd wordt. Energieverlies is met name te wijten aan conserveringsprocessen die doorgaan onder het plastic.
Met het kenmerk Penskarakter Snijmais zien veehouders hoeveel energie er verloren gaat na zes maanden conservering. Blijft het energieniveau gelijk? Dan is er minimale activiteit in de kuil en zal de kuil ook na zes maanden stabiel blijven. Wanneer de snijmaiskuil bovengemiddeld energie verliest, is het raadzaam deze snijmaiskuil na zes maanden nogmaals te bemonsteren zodat het rantsoen aangepast kan worden aan de veranderde kwaliteit.