Bij een juiste bodem-pH groeien wortels harder, waardoor er meer gras groeit en dus ook meer eiwit. Percelen waarvan de pH te laag is (<4,8), kunnen het best in het voorjaar bekalkt worden tot de optimale pH van 5,2. Ook het organischestofgehalte van de bodem moet op niveau zijn met minimaal 150 kg stikstofleverend vermogen per hectare. Elke 50 kg stikstofleverend vermogen, levert 1.000 kg droge stof per hectare extra op.
Door het toepassen van een bouwplan met wisselteelt gaat de bodem beter functioneren. Gras bouwt organische stof op en legt veel stikstof vast en geeft deze vrij voor de volgteelt. Probleemonkruiden en schimmelziekten worden met een wisselteelt sterk verminderd. Mais neemt na half augustus geen N meer op, terwijl de mineralisatie doorgaat tot in oktober. Met de teelt van gras of een vanggewas wordt de N weer vastgelegd.
Gras legt veel extra beschikbare N vast terwijl mais een relatief lage N- en P-behoefte heeft en alleen opneemt wat wordt verbruikt. Een bemestingsplan op perceelsniveau is daarom gewenst om de beschikbare mineralen maximaal te laten renderen. Mestanalyses, benutting van drijfmest vóór 1 juli en uitrijden onder vochtige omstandigheden - met als het kan voldoende water - zijn enkele praktische tips om de benutting te verhogen