Tijdens zijn studie levensmiddelentechnologie kwam Hans in aanraking met de mengvoerindustrie. Na 17 jaar bij een concullega, begon Hans in 2001 bij Boerenbond Deurne. Hans: “Bij Boerenbond Deurne kon ik groeien naar bedrijfsleider van de fabriek in Helmond. Vervolgens heb ik dat twintig jaar lang met plezier gedaan. Sinds vorig jaar ben ik coördinator onderhoud, techniek en energie. Ook Frank is al jaren actief binnen de mengvoerindustrie. Hij is geboren en getogen in de fabriek van Van Kessel Mengvoeders. “Mijn wieg stond letterlijk in de fabriek van Oirschot”, legt Frank uit. “Van kinds af aan heb ik in deze fabriek gewerkt en in al die jaren binnen bijna alle facetten van het mengvoerbedrijf ervaring opgedaan.”
De productie van mengvoer heeft flinke ontwikkelingen doorgemaakt. Frank: “Ruim dertig jaar geleden werd er nog veel zakgoed geleverd. Je had veel personeel nodig voor het afzakken, beladen en natuurlijk het transport. Laat staan het fysieke werk op de boerderij.” Door de groei van de veestapel ging het zakgoed over tot bulkproductie, waardoor de mengvoerproductie in een versnelling kwam. Hans: “Toen ik bij Boerenbond Deurne begon had Helmond net een verdubbeling in capaciteit achter de rug. Van 1995 tot 2000 is daar het hele hart van de fabriek vervangen om van 30 ton naar 60 ton voer per uur te gaan. Die groei zag je niet alleen terug in de fabriek, maar ook op de weg. De bulkwagens groeiden van acht, naar zestien, vierentwintig en nu zelfs tweeëndertig ton.”
Uitbreiding van het assortiment
De grote groei in bulk veranderde vanaf 2008. Dierziektes en quotering zorgde voor een afname van de voerproductie. En er kwamen steeds meer grondstoffen en bijproducten, wat meer mogelijkheden bood. Het voer werd steeds meer afgestemd op de behoefte van het dier en dieren groeiden en produceerden efficiënter. Met minder voer behaalden boeren hetzelfde resultaat. Frank: “Je moet je voorstellen dat varkenshouders twintig jaar geleden twintig biggen per zeug produ-ceerden. Dat zit nu al op ruim dertig biggen per zeug. Om de groei van de technische resultaten in de veehouderij te ondersteunen is het assortiment aan voeders de afgelopen jaren sterk uitgebreid. Waar de productie eerst gericht was op voorraad, richten we ons nu veel meer op het order gestuurd produceren."
Deze uitbreiding had zeker effect op de productie in de fabriek. Hans: “Voorheen zorgden we ervoor dat we op rustige dagen onze silo’s vol maakten met voorraad. Tegenwoordig lukt dat niet meer. Door voer meer klantspecifiek te maken zijn we afhankelijk van de bestellingen die binnenkomen.” Frank: “Daarom is het voor ons zo belangrijk dat er op tijd besteld wordt, zodat we de productie zo efficiënt mogelijk kunnen inrichten. In de ideale situatie draait de fabriek altijd met een constant tonnage. Silosensoren kunnen hierin een uitkomst zijn. Niet alleen handig voor de veehouder, want bestellingen worden automatisch geplaatst, maar qua economisch voordeel ook voor de fabriek. De besparing die dat oplevert kan uiteindelijk terugkomen in de voerprijs!”
Opvallend is dat aan de basisinrichting van de fabriek in ruim twintig jaar tijd niet veel is veranderd. Het systeem is hetzelfde en Hans en Frank geloven beiden ook niet dat dit de komende tien jaar zal veranderen. In tegenstelling tot de aansturing. Die is wel degelijk veranderd. “Vroeger werkten we met handschoenen en een overall aan. Tegenwoordig werken we met een beeldscherm en muis”, lacht Frank. “Twee personen kunnen een volledige fabriek besturen. Het is niet dat er nu minder personeel is, maar het personeel is door de automatisering met alle nieuwe mogelijkheden, eisen en wensen verschoven naar het kantoor. Vijfentwintig jaar geleden hadden we twee telefoonnummers, twee faxen en vijf e-mail-adressen. Dat kun je je nu echt niet meer voorstellen.”
Een andere grote ontwikkeling die de productie van mengvoer heeft doorgemaakt is de kwaliteit van het voer. Naast het uitgebreide assortiment zijn de voeders kwalitatief veel beter geworden. Hans:
“Grondstoffen moeten voldoen aan allerlei (strenge) eisen volgens de verschillende keurmerken.” Hans vult aan: “En wat we zeker niet moeten vergeten is dat de mengvoerindustrie samen met de boeren en de rest van de keten een grote bijdrage heeft geleverd aan het terugdringen naar nul van medicijnen en koper in het voer. Waar dat vroeger preventief werd ingezet is het nu niet meer toegestaan. Niet alleen voor de gezondheid van de consument, maar ook voor de gezondheid van de medewerkers in de fabriek. Wat ons betreft is deze inzet echt onderbelicht en mag dat bewust zijn, vooral onder de consumenten, veel groter worden.”
Wat de toekomst gaat brengen vinden beiden heren lastig. Frank: “Over tien jaar zien we je weer voor hetzelfde interview, en dan vertellen we het je.” Hij verwacht dat de ontwikkeling van op maat geproduceerde voeders blijft doorzetten. Hans beaamt dat: “Er komen steeds meer keten-concepten. Kijk maar naar VLOG en de concepten vanuit de vleesindustrie. Automatisering speelt hierin een belangrijke rol. Daarmee kunnen we het hele proces nog transparanter maken en laten zien waar de meerwaarde van goed en eerlijk voer ligt.”